zondag 18 januari 2015

“De overgave” van Arthur Japin


“Een mens is nu eenmaal niet gebouwd om op te geven.”

Het is een van de bekendste epiodes uit de geschiedenis van het Wilde Westen. In 1836 valt een groep Comanche-indianen de nederzetting van de familie Parker aan. Een gruwelijke slachtpartij volgt en een aantal kinderen wordt ontvoerd. Cynthia Ann Parker, een van hen, is dan 9 jaar oud. Later zal ze de vrouw worden van een indiaan en hun zoon, Quanah, zal uitgroeien tot de laatste grote leider van de Comanche. Bijna een kwart eeuw later wordt Cynthia Ann uit de klauwen van de indianen ‘gered’, waarbij ze opnieuw een bloedbad moet meemaken. Ditmaal zijn het echter vooral indiaanse vrouwen en kinderen die meedogenloos worden afgeslacht. Cynthia Ann zal nooit meer aarden in de ‘beschaafde’ wereld. Haar verhaal is beschreven in talloze boeken, zowel fictie als non-fictie. Zo zal de roman ‘Ride the Wind’ (Ned.: “Naduah”) van Lucia Claire Robson bij velen wel bekend zijn. Het is naar mijn weten echter de eerste keer dat een Nederlandse auteur zich aan het verhaal waagt.

Arthur Japin laat het verhaal vertellen door Granny Parker, Cynthia Anns grootmoeder, die tijdens de slachtpartij brutaal werd verkracht, gefolterd en -met een speer, dwars door haar lichaam- aan de grond werd vastgepind. Dat ze de historie overleefde, is een mirakel. De rest van haar leven zal ze, verteerd door haat, blijven zoeken naar ‘haar’ Cynthia Ann, maar de reünie is bitterzoet. Aan het eind van haar lange leven ontmoet ze Quanah, die op het punt staat om zich over te geven aan het Amerikaanse leger. Granny zal diep in haar ziel moeten graven om te leren omgaan met haar haat, vooroordelen en racisme, om Quanah als haar eigen vlees en bloed te kunnen aanvaarden. De titel van de roman kan in dit opzicht op verschillende manieren worden geïnterpreteerd.

Japin neemt ons mee naar een voor velen onbekend tijdperk. Hij vertelt niet enkel het verhaal van de Parker-familie, maar werpt ook een realistische blik op het harde leven in die woelige tijden. Hij heeft duidelijk heel wat research gedaan. Er is echter één belangrijk aspect waarin hij de geschiedenis niet respecteert. Granny Parker overleefde in werkelijkheid inderdaad de slachting, maar niet lang (volgens sommige bronnen enkele dagen, andere spreken van ‘een paar jaar’). Bovendien heeft zij geen enkel geschrift of getuigenis achtergelaten en in de geschiedenisboeken is ze dan ook weinig meer dan een naam. Het is duidelijk dat het kaderverhaal en de hele zoektocht naar en reünie met Cynthia Ann volledig fictief zijn. In een roman heb ik daar geen probleem mee. De rol van Granny als verteller is dan ook geen historische, maar een symbolische. Zij staat voor de pionier die -ondanks alle ontberingen- nooit opgeeft. Het is ook met haar dat de lezer zich moet indentificeren: zouden wij in staat zijn om zo’n allesoverheersende haat een plaats te geven in ons leven?

‘De overgave’ is geen boek voor watjes. Het was een harde, brutale tijd en Japin moet niet eens overdrijven om dit weer te geven. Integendeel, in zijn nawoord schrijft hij dat hij nog heel wat van de ontberingen die zijn personages in realiteit moesten ondergaan, zelfs niet heeft beschreven, ‘uit geloofwaardigheid’. De realiteit overtreft de fictie. De auteur verhult de gruweldaden van de indianen geenszins, maar hij schrijft ook met respect over dit volk. In de strijd tussen blanken en indianen waren geen winnaars – iedereen heeft zwaar geleden onder dit conflict. Perspectief is trouwens waar het in deze roman allemaal om draait. Waar zit het verschil tussen goed en kwaad, liefde en haat, winst en verlies, hoop en wanhoop, wreedheid en moed,…? Inderdaad, het zit hem allemaal gewoon in het perspectief van waaruit je de gebeurtenissen bekijkt.

Arthur Japin heeft met “De Overgave” een magistrale historische roman geschreven, die zoveel meer is dan enkel dat.

Arthur Japin: De overgave. Amsterdam/Antwerpen, De Arbeiderspers, 2007, 367 blz.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten