dinsdag 28 juli 2015

"De zeven nachten" van Clem Schouwenaaars

"Dit is het onschatbaar bezit dat ik nooit veroveren zal: moed. De meest elementaire, mannelijke moed, niet leidend tot heldendaden (...), maar tot het standhouden voor moeilijkheden waarbij de principes van eerlijkheid en goedheid op het spel staan."

Markus Trafman is een student van bescheiden afkomst. Wanneer hij Monique leert kennen -de dochter van een senator- ziet hij een nieuwe toekomst. Hoewel hij haar heel genegen is, voelt hij geen liefde, maar hij ziet in haar wel een middel om zich op te werken en hij verlooft zich met haar. Maar dan leert hij Anna kennen en ervaart wat echte liefde is. Ook met haar begint hij een relatie. Wanneer zijn dubbelleven niet langer vol te houden is, moet hij een keuze maken.

Markus Trafman is geen sympathiek hoofdpersonage. Hij is zich daar zelf ook bewust van. Al de andere personages omschrijft hij met veel waardering; voor zichzelf heeft hij heel wat minder respect: "Ik ben een man van omwegen, gemakkelijke oplossingen, eigenbelang." Maar steeds houdt hij zichzelf voor: 'Ik ben jong. Ik profiteer', zonder zich vragen te stellen bij de consequenties van zijn levensstijl. Tot hij op een wel heel harde manier geconfronteerd wordt met de tragische gevolgen zijn keuzes.

Geen grootse filosofische vraagstukken, maar herkenbare, universele gevoelens. De situatie en het taalgebruik doen wat oubollig aan (het boek dateert dan ook al van 1964), wat moderne lezers misschien kan afschrikken, maar voor mij blijft Clem Schouwenaars een onterecht wat vergeten auteur.

Clem Schouwenaars: De zeven nachten. Schoten, Hadewijch, 1988, 110 blz.
Oorspr. uitgave: 1964

maandag 27 juli 2015

"A Heartbreaking Work of Staggering Genius" van Dave Eggers

(Ned.: "Een hartverscheurend verhaal van duizelingwekkende genialiteit")

“We are the bright new stars born of a screaming black hole, the nascent suns burst from the darkness, from the grasping void of space that folds and swallows--a darkness that would devour anyone not as strong as we. We are oddities, sideshows, talk show subjects. We capture everyone's imagination.”

Op nauwelijks enkele weken tijd verliest Dave Eggers zijn beide ouders aan kanker. Daardoor komt hij alleen te staan om zijn 8-jaar oude broertje op te voeden. De relatie tussen de twee is tegelijk hartverwarmend en dolkomisch. Dit is vooral een boek over jong zijn, over de wereld willen veranderen en over de muren waar je vaak tegenaan loopt.

Deze autobiografische roman was het debuut van Dave Eggers en is zonder meer opmerkelijk te noemen. En het begint allemaal al voor het eigenlijke verhaal aanvangt. In de inleiding bespreekt hij uitvoerig de zinloosheid van inleidingen en geeft in tussentijd nog enkele tips over hoe je dit boek best leest. Een knap staaltje van zelfrelativering, die de wat grootsprakerig lijkende titel in perspectief zet. Bijzonder grappig ook... waarna je dan enkele bladzijden later meteen geconfronteerd wordt met het overlijden van zijn ouders en er een heel ander gevoel wordt opgewekt.

Schitterend geschreven. Eggers weet  duidelijk taal te gebruiken om weer te geven wat hij wil. Af en toe leutert hij maar wat aan ... maar daarover had hij ons in de inleiding zelf al gewaarschuwd. Dit maakt het geheel enkel maar sympathieker.

Wat mij vooral zal bijblijven is de sprankelende, energieke schrijfstijl die Eggers hanteert. Hij heeft duidelijk niet enkel de ambitie om de wereld te veranderen - hij gelooft echt dat hij dat ook zal doen. En wie zal hem tegenspreken...? Het minste dat je kunt zeggen is dat "A Heartbreaking Work of Staggering Genius" een zeer bijzondere leeservaring is.

Dave Eggers: A Heartbreaking Work of Staggering Genius. London, Picador, 2007, 437 p.
Oorspr. uitgave: 2000

"Excalibur" van Bernard Cornwell

(Ned.: "Excalibur")


“Only a fool wants war, but once a war starts then it cannot be fought half-heartedly. It cannot even be fought with regret, but must be waged with a savage joy in defeating the enemy (...)"

Mijn recensies van de eerste twee delen:
The Winter King
Enemy of God

"Excalibur" is het sluitstuk van de "Warlord"-trilogie van Bernard Cornwell, waarin hij een eigen versie geeft van het Koning Arthur-verhaal, zoals dat echt gebeurd zou kunnen zijn. Eerder al sprak ik mijn waardering uit voor de eerste twee delen en "Excalibur" gaat op hetzelfde elan verder.

Merlin en de priesteres Nimue hebben alle magische schatten van Brittannië verzameld en zijn ervan overtuigd dat ze via een spectaculair ritueel de Oude Goden terug kunnen brengen, zodat die de dreigende invasie van de Saksen voorgoed kunnen afwenden. Maar daarvoor blijkt meer nodig. Om de Goden gunstig te stemmen zal een mensenleven  moeten geofferd worden ... en niet zomaar een mens. Enkel het offeren van een zoon van een koning zal volstaan. Arthur gelooft niet in die religieuze onzin en is ervan overtuigd dat het zijn legers zijn die de Saksen zullen moeten verslaan. Dit leidt onvermijdelijk tot een conflict tussen Arthur enerzijds en Merlin en Nimue anderzijds. Derfel Cadaern, de verteller van het verhaal, komt daardoor tussen twee kampen te zitten. In dit deel komen we te weten hoe hij van de machtige krijger veranderd is in de monnik die het verhaal vertelt.


Ik heb geen woorden meer om deze serie te bewieroken. Dit hoort zonder twijfel tot het beste wat ik ooit gelezen heb. Ik kan dan ook niet meer doen dan deze boeken van harte aanbevelen aan iedereen die in historische fictie en/of fantasy geïnteresseerd is.

Bernard Cornwell: Excalibur. London, Penguin, 2011, 496 p.
Oorspr. uitgave: 1997


zondag 26 juli 2015

"De pianoman" van Bernlef

"Hij zat niet in zichzelf. Hij keek naar zichzelf, van buitenaf als het ware. Alsof hij het over een ander had."

In 2005 werd in Engeland een jongeman aangetroffen die niet geïdentificeerd kon worden. Hij sprak niet en communiceerde enkel via tekeningen en muziek. Maandenlang kon niet achterhaald worden wie hij was. Uiteindelijk bleek het om de Duitser Andreas Grassi te gaan.

Bernlef vertrekt vanuit dit verhaal, maar plaats de origine van de pianoman op het platteland in het noorden van Nederland. Thomas Boender groeit op in een gezin waar stilte heerst. Zijn ouders zeggen enkel het hoognodige tegen elkaar. Daardoor leert Thomas nooit om te communiceren met woorden. Enkel zijn lerares Jenny lijkt in hem te geloven. Als ze hem leert pianospelen, ontdekt hij voor de eerste maal een middel om zich uit te drukken.

Uit angst voor zijn agressieve vader, vertrekt Thomas thuis. In Amsterdam ontmoet hij het Britse meisje Chris, met wie hij de wijde wereld intrekt. In Engeland laat Chris hem aan zijn lot over.

"De pianoman" was het boekenweekgeschenk van 2008. Een knappe novelle over communicatie en de gevolgen die ontstaan als je problemen hebt om te communiceren. Het verhaal op zich is weinig spectaculair, maar Bernlef weet op een bijzonder mooie manier de isolatie van Thomas weer te geven.

Bernlef: De pianoman. CPNB, 2008, 91 blz.

zaterdag 25 juli 2015

"Papillon" van Henri Charrière


"Je hoeft het me niet te vertellen, ik weet dat toen Napoleon het bagno uitvond en men hem de vraag stelde: 'Door wie wilt u deze bandieten laten bewaken?,' antwoordde: 'Door nog ergere bandieten.' Ik ben er later achter gekomen dat de oprichter van het bagno niet gelogen had.

Dit boek werd mij aangeraden door een collega, die het al vele malen heeft gelezen en het beschouwt als het beste dat hij ooit gelezen heeft. In een heel ver verleden heb ik de verfilming met Steve McQueen wel gezien, maar daar herinner ik me niet veel meer van.

Dit boek bevat de geromantiseerde memoires van Henri Charrière, die in 1931 werd voor een moord die hij niet begaan heeft. Hij werd overgebracht naar het 'bagno' in Frans-Guyana. Daar begint een onwaarschijnlijke opeenvolging van ontsnappingen en gevangennemingen. Er zijn nogal wat twijfels of alles wat Charrière in zijn 'autobiografie' schrijft, authentiek is, en het lijkt inderdaad allemaal wel flink bijgekleurd, maar wat wel zeker is, is dat de man een heel avontuurlijk leven moet geleid hebben.


Een literair meesterwerk is "Papillon" zeker niet. De schrijfstijl is allesbehalve poëtisch, en het klinkt meer als iemand die 'tall tales' zit te vertellen. Charrière kan ook niet bepaald beschuldigd worden van valse bescheidenheid - hij bleek de 'man die alles' kan te zijn, en hij laat niet na dit meermaals in de verf te zetten. Als je je daar  over kan zetten, is dit echt wel een meeslepend verhaal. Ik heb dan ook genoten van dit boek, hoewel ik af en toe toch wel het gevoel had dat er wat te veel herhaling in voorkwam. Toch een terechte klassieker.

"Papillon" van Henri Charrière. Amsterdam, Meulenhoff, 2010, 543 blz.
Oorspr. uitgave: 1969

"De zaak Torfs" van Jo Claes

"Voor het eerst had Berg het gevoel dat alle puzzelstukjes in elkaar begonnen te vallen, behalve één."

In 2008 publiceerde Jo Claes zijn eerste misdaadverhaal rond hoofdinspecteur Thomas Berg, "De zaak Torfs". Voordien schreef hij vooral literaire romans en novellen en non-fictie, en dit boek was voor hem dan ook een hele ommekeer. Het heeft hem geen windeieren gelegd. Zo won Claes met "De mythe van Methusalem" de Gouden Strop. Heel verdiend, want ik vond dat boek bijzonder sterk en het zette me aan om meer van Claes' misdaadromans te lezen. Wellicht een goed idee om bij het begin te beginnen.

"De zaak Torfs" speelt het zich  af in de wereld van de kunst. Pieter Torfs, gerenommeerd kunstexpert en -restaurateur, wordt benaderd door een beeldschone vrouw, die een schilderij heeft geërfd van haar grootvader, met de vraag om de echtheid van het werk te verifiëren. Het blijkt om een onbekend werk te gaan van de middeleeuwse schilder Martin Schongauer. De ontdekking van het werk zet de kunstwereld op z'n kop. Hoewel Torfs twijfelt aan de echtheid van het werk, schrijft hij er een certificaat voor uit. Kort daarna wordt hij thuis aangetroffen - opgehangen. Thomas Berg, net verkast van de Brusselse naar de Leuvense politie, wordt op de zaak gezet.

Het eerste dat opvalt is dat er nogal wat gelijkenissen zijn tussen "De zaak Torfs" en "De mythe van Methusalem". Het begint allemaal met een zelfmoord, die, nadat er een tweede slachtoffer valt, moord blijkt te zijn. Het lijkt wel of "De zaak Torfs" een vingeroefening was voor het "Methusalem". Ik heb het boek op een dag uitgelezen, dus het is zeker vlot geschreven en meeslepend. Het hoofdpersonage, Thomas Berg, ligt mij erg goed. Hij is geen superspeurder, maar een gewone man, die zich naast zijn speurwerk graag verdiept in kunst, gastronomie en muziek, zaken waarmee ik mij wel kan vereenzelvigen. Toch haalt Claes lang niet het niveau dat hij later zou halen met zijn bekroonde boek. Daarvoor is het plot net niet ingenieus genoeg en de ontknoping iets te voorspelbaar. Maar laat dit je zeker niet weerhouden om de boeken van Jo Claes te lezen. Je zou heel wat missen...

Jo Claes: De zaak Torfs. Antwerpen/Amsterdam, Houtekiet, 2015, 368 blz.
Oorspr. uitgave: 2008

zaterdag 4 juli 2015

"Dept. of Speculation" van Jenny Offill

(Ned.: Verbroken beloftes)

"The Buddhists say there are 121 states of consciousness. Of these, only three involve misery or suffering. Most of us spend our time moving back and forth between these three."

Als het heel heet is, verkiezen sommige mensen om te gaan zwemmen. Ik ga liever de koelte opzoeken in een boekenwinkel. Zo heb ik gisteren een groot deel van de namiddag gespendeerd in "De Zondvloed" in Mechelen, mijn favoriete boekhandel. Nu ben ik zelf niet zo'n communicatief persoon, maar ik luister wel graag naar anderen. Zo hoorde ik de vriendelijke verkoper een voor mij onbekend boek aanprijzen aan een andere klant. Het beste boek dat hij dit jaar gelezen had, en het enige boek waarover alle medewerkers van "De Zondvloed" even enthousiast waren. Aangezien ik altijd open sta voor suggesties, en de goede smaak van de medewerkers van "De Zondvloed" niet in twijfel trek, heb ik het boekje ook maar meegenomen.

Het verhaal van "Dept. of Speculation" is gemakkelijk samen te vatten. Een jonge schrijfster huwt en wordt moeder. De dagelijkse bekommernissen van het huwelijksleven en de verantwoordelijkheden als moeder, maken dat ze haar ambities om een grote schrijfster te worden, moet opgeven. Ze raakt helemaal in een depressie als ze merkt dat haar man haar bedriegt.

Het boek kan je lezen als het dagboek van het naamloze hoofdpersonage. Je krijgt geen rechtlijnig verhaal voorgeschoteld, maar een verzameling van soms zeer korte alinea's, die telkens door een witregel worden gescheiden. Die alinea's zijn anekdotes, herinnering, grapjes, lijstjes, bedenkingen, Q&A's en citaten van schrijvers of filosofen. Er wordt wel eens gezegd dat je bij goede boeken 'tussen de regels' moet lezen, en dat kun je in dit boek echt wel letterlijk nemen. Het echte drama dat zich afspeelt lees je niet in wat het hoofdpersonage schrijft, maar moet je in die witregels zoeken. Een voorbeeld: de vrouw spreekt nergens over haar emoties, maar als ze in haar notities bij haar nieuwe boek schrijft: 'Too many crying scenes', weet je genoeg. Op die manier zie je de vrouw steeds verder verzinken in haar depressie; ze vervreemdt volledig van zichzelf. De "I", "You" en "Our daughter" die ze aanvankelijk gebruikt, worden vervangen door "The wife", "The husband" en "The daughter". Experimenteel geschreven, maar eens je door hebt hoe je het moet lezen, wordt het werkelijk aangrijpend.

Dit is een boek dat je zonder twijfel keer op keer opnieuw kunt lezen. Gegarandeerd dat je telkens weer nieuwe dingen 'tussen de regels' leest.

Jenny Offill: Dept. of Speculation. London, Granta, 2014, 181 p.

vrijdag 3 juli 2015

"De kroongetuige" van Maarten 't Hart

"Zijn niet de meeste huwelijken van dien aard dat men geen derde als kroongetuige wenst? En juist deze derde ontbreekt vrijwel nooit – het kind – en dat is meer dan een kroongetuige, namelijk de zondebok."


Als je aan Nederlandse misdaadauteurs denkt, is Maarten 't Hart waarschijnlijk niet de eerste naam die bij je opkomt. Toch won hij ooit de Gouden Strop, voor zijn roman "Het woeden der gehele wereld" (1993). "De kroongetuige" is van een tiental jaar eerder en heeft ook een misdaadmotief. Het is typisch voor 't Hart dat het niet de misdaad zelf is die centraal staat, maar de personages en de relatie tussen hen.

Thomas Kuyper en zijn vrouw Leonie zijn kinderloos, tot groot verdriet van beiden. Leonie is onvruchtbaar en dat leidt tot heel wat frustratie bij hem en schuldgevoel bij haar. Wanneer Thomas de knappe Jenny leert kennen, begint hij een avontuurtje met haar. Maar na een nachtje stappen verdwijnt Jenny spoorloos. Hoewel er nooit een lichaam wordt gevonden, wordt Thomas beschuldigd van moord. Heeft hij haar gedood en laten verdwijnen in het wetenschappelijk laboratorium waar hij werkt? Ondanks de sterke aanwijzingen, blijft Leonie steevast in de onschuld van haar man geloven. Tot ze een gruwelijke ontdekking doet die haar geloof in Thomas zwaar doet wankelen.


Als je een nagelbijtende thriller verwacht, zou je wel eens bedrogen kunnen uitkomen, hoewel er heel wat interessante plotwendingen zijn en de ontknoping best wel verrassend is. Maar de kracht van het verhaal zit vooral in de manier waarop Leonie omgaat met de situatie. Voor haar is haar missie om Thomas' onschuld te bewijzen ook een poging om haar huwelijk te redden, en om om te gaan met haar schuldgevoel. Zelf ongewild kinderloos zijnde, kan ik me in het thema goed herkennen.

't Hart vertelt het verhaal op een heel luchtige, amusante manier, waarin zijn typische scherpe kritiek tegen mens en maatschappij niet ontbreekt. Net zoals in zijn andere werken zitten 't Harts interesses in het verhaal verweven: klassieke muziek, biologie, filosofie, religie en kunst. Ik ben echt wel een fan van 't Harts schrijfstijl geworden.

Maarten 't Hart: De kroongetuige. Utrecht/Antwerpen/Amsterdam, De Arbeiderspers, 2013, 189 blz.
Oorspr. uitgave: 1983