woensdag 31 december 2014

Top 5 van 2014

OK, hier is hij dan. Na veel delibereren heb ik een top-5 opgesteld van de boeken die ik het afgelopen jaar gelezen heb. 't Was niet gemakkelijk en het deed pijn om favoriete auteurs als John Irving en Bill Bryson daar niet in te kunnen opnemen, wegens net iets beter van anderen.















  1. Donna Tartt: The Secret History
  2. Kent Nerburn: The Girl Who Sang to the Buffalo
  3. John Williams: Stoner
  4. Sherman Alexie: The Absolutely True Diary of a Part-Time Indian
  5. Jonas Jonasson: The Hundred-Year-Old Man Who Climbed out of the Window and Disappeared


Teleurstellingen van het jaar:

  • Dan Brown: Inferno
  • Robert Goddard: Fault Line

dinsdag 30 december 2014

Mijn 'boekig' jaaroverzicht


Sinds enkele jaren hou ik een lijstje bij van de boeken die ik heb (uit)gelezen. Neen, ik lees niet elk boek uit waarin ik begin. Soms ligt het me echt niet en dan wil ik er geen tijd mee verliezen. Er zijn zovele goede boeken die ik wel wil lezen. Soms ben ik ook gewoon niet in de stemming voor een bepaald boek, en leg ik het opzij tot later.
Hieronder mijn lijstje van 2014. Enkele zaken die mij opvallen:
  • Er waren heel veel heel goede boeken bij. Ik zal binnenkort eens een top-5 samenstellen, maar dat zal niet gemakkelijk zijn.
  •  Ik heb veel minder sciencefiction gelezen dan vorige jaren, en bij de SF-boeken heb ik blijkbaar vooral gekozen voor vrouwelijke auteurs. Waarom weet ik niet; zal wel gewoon toeval zijn.
  • Ik heb heel veel verschillende dingen gelezen. Slechts drie auteurs komen meer dan 1x voor (Sherman Alexie, John Boyne en Jo Claes).
  • Ik heb jarenlang bijna exclusief Engelstalige boeken gelezen. Door de challenge “Ik lees Nederlands” van Boekenfans! Heb ik ondertussen ook weer een paar Nederlandstalige auteurs ontdekt.
  • Na bijna 30 jaar heb ik dan eindelijk een Dostojevski gelezen. En met plezier.
  • Ik heb heel wat minder nonfiction gelezen dan voorbije jaren. Dit lijstje zegt niet alles, want ik lees vaak in non-fictieboeken, maar ik lees ze niet altijd helemaal. Die zijn dan ook niet opgenomen in deze lijst.
  • Ik lees ook massa’s kortverhalen, in anthologieën of magazines, maar die heb ik ook niet in deze lijst opgenomen.
  • Ik heb dit jaar een nieuwe auto gekocht; één met een functionerende cd/mp3-speler, zodat ik ook weer audioboeken kan beluisteren.

    De lijst:  

  1. John Peel: The Power of The Daleks (Doctor Who)
  2. Diane Carey: Ghost Ship (Star Trek: TNG)
  3. Paul Leonard: Venusian Lullaby (Doctor Who)
  4. Terry C. Johnston: Red Cloud’s Revenge (Plainsmen)
  5. Colleen McCullough: The Song of Troy
  6. Leigh Brackett: The Long Tomorrrow
  7. Sherman Alexie: The Absolutely True Diary of a Part-Time Indian
  8. Kate Orman and Jonathan Blume: Vampire Science (Doctor Who)
  9. Kent Nerburn: The Girl Who Sang to the Buffalo
  10. Bill Bryson: Down Under
  11. John Williams: Stoner
  12. Robert Goddard: Fault Line
  13. Paul Gallico: The Snow Goose
  14. Connie Willis: To Say Nothing of the Dog
  15. Thomas Eidson: St Agnes’ Stand
  16. Thomas Harris: Pompeii
  17. Thomas Berger: Little Big Man
  18. Donna Tartt: The Secret History
  19. Mary Beard & Keith Hopking: The Colosseum
  20. Adam Nevill: Last Days
  21. Ursula K. Le Guin: The Lathe of Heaven
  22. Sarah Gruen: Ape House
  23. John Boyne: This Hause is Haunted
  24. Cormac McCarty: No Country for Old Men
  25. James Morrow: This is the Way the World Ends
  26. Marion Zimmer Bradley: De Rode Zon
  27. Sherman Alexie: The Lone Ranger and Tonto Fistfight in Heaven
  28. John Irving: In One Person
  29. Dave Goss: Prince of Wolves (Pathfinder)
  30. Sterre Carron: Mara
  31. James Bowen: A Street Cat Named Bob
  32. Jonas Jonasson: The Hundred-Year-Old Man who Climbed out of the Window and Disappeared
  33. Christian De Coninck: Dodendans
  34. Jo Claes: De Dwaling
  35. John Boyne: The Boy in the Striped Pyjamas
  36. Bart Debbaut: En toen schiep God Kevin
  37. F.M. Dostojevski: Schuld en boete
  38. Jo Claes: De mythe van Methusalem
  39. Alec Le Sueur: Bottoms Up in Belgium


  Audio:
  1. Dan Brown: Inferno



“Bottoms Up in Belgium” van Alec Le Sueur


Seeking the High Points of the Low Lands

“I need a sure winner for the next chapter. Something that is indisputably interesting. Something that will need a great deal of first-hand research. It is time to take a closer look at Belgian beer.”

Wij Belgen zeggen nogal gauw dat ons land een ‘apenland’ is, wat dat ook moge betekenen. En wie zal ons tegenspreken? Maar hoe kijken buitenlanders naar ons land? Wat zijn - naast bier, chocolade en Belgenmoppen - de zaken die het meest opvallen aan ons land? Is België echt zo saai als velen lijken te denken? In dit buitengewoon grappige boek krijgen we een mogelijk antwoord.

Heel lang wist de Brit Alec Le Sueur nauwelijks iets over België, behalve dat hij er als kind ooit doorgereden is op weg naar een vakantie in Nederland. Maar door zijn huwelijk met een Belgische, werd hij wel verplicht om meer te weten te komen over dit kleine landje, waarmee in de wereld behoorlijk de spot wordt gedreven.

Wie de reisboeken van Bill Bryson kent, weet ongeveer wat hij van dit boek kan verwachten. Dit is een mix van informatie, droge humor en een ferme dosis (zelf)relativering, waarin Le Sueur zichzelf plaatst als de ietwat naïeve observator, net zoals Bill Bryson dat doet. Dit leidt tot soms hilarische passages. Zijn missie formuleert hij in twee regels:
  • 1    Zoeken naar alles wat er interessant is aan België; en
  • 2    geen bier zal voor een tweede maal geconsumeerd worden, tot alle andere beschikbare Belgische bieren uitgeprobeerd zijn.

 In zijn speurtocht onderzoekt hij o.a. typische symbolen als Manneken Pis en het Atomium, de nationale sport (en dat is NIET voetbal), België als centrum van Europa, de Belgische keuken, chocolade en frieten (natuurlijk), de Belgische obsessie met het Eurovisiesongfestival, het stripverhaal, en - zijn lieveling - bier! Van dat laatste voegt hij zelfs een extra hoofdstuk toe met zijn appreciatie van enkele bieren, én een checklist voor wie even nieuwsgierig is al hij.

Met totale verwondering beschouwt Le Sueur ‘typisch Belgische’ fenomenen als Sinterklaas, hanenzang, boogschieten op de ‘staande wip’, Rimpelrock, de Belgische politiek, wildplassen en Eddy Wally. Hij weet zelfs op een meestal lichtvoetige of op z’n minst ironische manier te schrijven over minder mooie episodes uit de Belgische geschiedenis, zoals de genocide van Leopold II in Congo, de vele begraafplaatsen in de Westhoek, de gruwelen tijdens de Slag van Waterloo en Sandra Kim. Zowat de enige episode die helemaal niet humoristisch is, en die dan ook sterk contrasteert met de rest van het boek, is het hoofdstuk over de verschrikkelijke natuurramp tijdens Pukkelpop in 2011, waarbij verschillende doden en gewonden te betreuren waren. Waarschijnlijk omdat de auteur beseft dat dit te vers in het geheugen ligt om grappen over te maken. En omdat hij samen met zijn kinderen aanwezig was op dat gedoemde festival.

Le Sueur heeft duidelijk heel wat research gedaan en sommige van bovenstaande onderwerpen zijn dan ook sterk gedocumenteerd. Van andere ‘feiten’ geeft hij ruiterlijk toe dat ze niet erg betrouwbaar zijn, omdat hij ze ook maar heeft opgevangen tijdens gesprekken van mensen die een vreemd accent spraken van een taal die hij zelf al nauwelijks begrijpt. Je merkt het: je moet alles met een grote korrel zout nemen. Jammer van de vele kleine foutjes, vooral in de spelling van namen (Noordkap, Aarshot, zommerfestival, …). Een goede Belgische proeflezer had die er zonder twijfel gemakkelijk uit gehaald.

Als puur informatief boek over België zou ik “Bottoms Up in Belgium” niet aanraden, maar als een bijzonder geestige blik op hoe buitenstaanders ons kleine landje ervaren, is dit een ware winner. Dit boek is (nog) niet vertaald, wat enigszins begrijpelijk is – veel van de humor is ‘taalhumor’ en ontstaat juist door het verkeerd begrijpen van wat de auteur hoort of leest. In een Nederlandse vertaling zou dit volledig wegvallen. Misschien ooit … Tot dan zullen enkel diegenen die de Engelse taal voldoende beheersen, kunnen genieten van dit pareltje.

Alec Le Sueur: Bottoms Up in Belgium. Seeking the High Points of the Low Lands”. Chichester, Summersdale, 2014, 303 blz.

maandag 29 december 2014

“De mythe van Methusalem” van Jo Claes


“Iedereen wil er koste wat kost jong blijven uitzien. Wie van al die mensen, denk je, kan het dan iets schelen hoe een of andere wetenschapper erin geslaagd is die droom te verwezenlijken?”

Ik maak nooit leeslijstjes. Ik lees gewoon waar ik op een bepaald moment zin in heb en wil me niet vastpinnen op wat dan ook. Maar voor de challenge ‘Ik lees Nederlands’ maak ik graag een uitzondering. Ik zit namelijk al heel lang vooral in de Angelsaksische sfeer en het leek me toch geen slecht idee om eens wat meer oorspronkelijk Nederlandstalig werk uit te proberen. Waarom dus niet bijvoorbeeld een paar misdaadromans van eigen bodem? Aan aanbod geen gebrek – Sterre Carron en Christian De Coninck heb ik ondertussen al achter de kiezen. Jo Claes leek me een logische volgende keuze. Ik was namelijk heel erg gecharmeerd door zijn novelle “De Dwaling” en was dus erg benieuwd wat hij in het misdaadgenre te bieden had.

Methusalem – de grootvader van Noach - is een bijbels personage dat maar liefst 969 jaar oud werd. Fictie, natuurlijk, want echte mensen kunnen niet zo oud worden. De wetenschap is er wel in geslaagd om de gemiddelde leeftijd drastisch te verhogen, maar biologisch bestaat er nu eenmaal een absolute leeftijdsgrens en daar kan zelfs de meest geavanceerde wetenschap niets aan veranderen.

Of toch? In een Leuvens laboratorium dat zich bezighoudt met stamcelonderzoek heeft één van de professoren een ontdekking gedaan, waarmee het verouderingsproces aanzienlijk vertraagd kan worden. Een spectaculaire doorbraak die wereldnieuws wordt. Maar dan pleegt het hoofd van het laboratorium, volkomen onverwacht, zelfmoord.

Hoofdinspecteur Thomas Berg vermoedt dat er meer aan de hand is en wanneer er korte tijd later nog iemand in gelijkaardige omstandigheden zichzelf van het leven berooft, lijkt hij gelijk te krijgen: hier zijn moorden gepleegd om één of andere duistere waarheid te verbergen. Hij komt terecht in een kluwen van bedrog, diefstal, doorgedreven ambitie en moord.

Een goed plot en sterke personages, dat is wat Jo Claes voorschotelt. Thomas Berg is geen superspeurder. Een sympathiek man, maar als mens heeft hij zijn onhebbelijkheden en ook in zijn speurwerk laat hij de nodige steekjes vallen. Realistisch dus, en dat maakt het geheel alleen maar geloofwaardiger.

De auteur weet het thema van het verhaal in de verf te zetten door voortdurend subtiel te verwijzen naar het verouderingsproces en het probleem dat de meeste mensen daarmee hebben. Hij etaleert tussendoor ook zijn kennis en research over de Bijbel, mythologie, wetenschap, kunst, klassieke muziek en literatuur – en dat geeft het verhaal nog wat meer ‘body’. De plot zit goed in elkaar en je wordt als lezer als het ware uitgenodigd om de puzzelstukjes in elkaar te passen. Ik wou me al op de borst kloppen omdat ik dacht wel uitgedokterd te hebben hoe de vork aan de steel zat, maar dan is er op het eind nog zo’n twist, die me even deed glimlachen. Clever! Dat maakt goede misdaadromans zo leuk om te lezen.
  
Ik verwachtte veel van “De mythe van Methusalem” en Jo Claes heeft me niet teleurgesteld.

Jo Claes: De mythe van Methusalem. Antwerpen, Houtekiet, 2014, 408 blz.

zaterdag 27 december 2014

“Schuld en boete” van F.M. Dostojevski


“Ach kom nou toch, wie waant zich dezer dagen in Rusland geen Napoleon?”


Tijdens mijn studententijd kocht ik een hele resem literaire klassiekers – waarvan ik vond dat elk zichzelf respecterend lezer ze in huis moest hebben. Daar waren ook ‘De idioot’ en ‘De speler’ van Dostojevski bij. Maar net als heel wat andere van die romans, liggen ze nog ongelezen op mijn boekenzolder. “Schuld en boete” kocht ik jaren later, toen dat werd heruitgebracht in de ‘Verboden Boeken’-reeks van De Morgen. Ik was vastbesloten om eindelijk deze grote auteur te lezen, maar het heeft dan nog ruim 10 jaar geduurd vooraleer ik eraan begon. Tja, dit zijn nu eenmaal boeken die je niet zomaar eventjes tussendoor leest.

“Schuld en boete” is een misdaadverhaal. Het draait allemaal rond de gruwelijke moord op twee oudere dames. Maar het is geen klassieke whodunnit. We kennen van bij aanvang de dader: Rodion Romanovich Raskolnikov is een knappe en intelligente, aan lager wal geraakte jongeman en we volgen het verhaal vooral vanuit zijn perspectief. Het is in de eerste plaats de filosofie achter de misdaad die centraal staat.

Voor Raskolikov is de mensheid opgedeeld in twee klassen. De grote massa behoort tot de eerste klasse: de gewone mensen, die de wet horen te volgen en gestraft moeten worden als ze die wet overtreden. Maar er is ook nog een tweede klasse: de ‘buitengewone’ mensen, die de capaciteit hebben om de wereld te veranderen. Voor hen geldt de wet niet; zij mogen misdaden plegen, of zijn daar zelfs moreel toe verplicht, als dat ten goede komt aan het ‘grotere goed’. Napoleon was volgens hem één van deze uitzonderlijke personen – hij was verantwoordelijk voor miljoenen doden, maar voor hem worden standbeelden opgericht. Raskolnikov ziet zichzelf graag ook als één van deze uitzonderlijke mensen. Zijn misdaad moet in dit kader worden gezien. De roman staat dan ook vol filosofische dialogen tussen Raskolnikov en de andere personages, waarin hij zijn theorie probeert te verdedigen, zonder zichzelf te verraden. Raskolnikov begint meer en meer erratisch gedrag te vertonen en verzinkt stilaan in een vorm van waanzin. Hij begint te beseffen dat hij wellicht niet de ‘buitengewone’ persoon is die hij zichzelf waande. Het is echter pas zijn ontmoeting het jonge meisje Sonja, op wie hij verliefd wordt, die hem doet inzien dat hij ook boete zal moeten doen voor zijn misdaad.

Dostojevski overlaadt ons met emoties. De personages (en dan vooral Raskolnikov zelf) beleven de diepste depressies en de meest gelukzalige momenten, en alles daartussenin – soms zelfs op enkele bladzijden tijd. Je moet wat geduld hebben als je dit boek wilt lezen – dit is zware kost. De taal is natuurlijk niet modern, de dialogen zijn niet van deze tijd en je moet je soms door de bladzijdenlange monologen werken. Tja, dit boek dateert dan ook al van 1866. Toch vond ik “Schuld en boete” heel toegankelijk en behoorlijk vlot leesbaar en ik was van bij het begin al gefascineerd door Raskolnikov en zijn bizarre theorie. Een dergelijke klassieker lezen vraagt wat inspanning en doorzettingsvermogen, maar het loont.

F.M. Dostojevski: Schuld en boete. De Morgen, 2003, 570 blz.