vrijdag 25 september 2015

"The Land That Time Forgot" van Edgar Rice Burroughs

(Ned: "Het tijdvergeten land")

"The thing raised its head and looked about until its eyes rested upon us; then it gave vent to a most appalling hiss that rose to the crescendo of a terrific shriek and came for us."

1916. Een Amerikaans schip wordt gekelderd door een Duitse onderzeeër. Bowen Tyler en de knappe Lys LaRue overleven, maar worden - samen met een groep Britten - gevangen genomen door de Duitse bemanning. De U-boot raakt echter uit koers en belandt op een afgelegen eiland, waar de tijd stil blijkt te hebben gestaan. Het wordt bevolkt door bloeddorstige dinosauriërs. In deze omgeving moeten Bowen & co. zien te overleven tussen de gevaren van de prehistorische monsters én de verraderlijke Duitsers.

Wanneer de avonturiers verder trekken, ontmoeten ze ook aapachtige wezens en hoe verder ze zich noordwaarts verplaatsen, hoe hoger de rassen ontwikkeld blijken te zijn. Dan wordt Lys ontvoerd door brute, Neanderthal-achtige wezens. Bowen verlaat de groep om Lys te bevrijden. Tijdens zijn zoektocht ontsluiert hij het geheim van het eiland.

Edgar Rice Burroughs plukte zijn ideeën rijkelijk uit de destijds populaire literatuur. "Tarzan" was duidelijk beïnvloed door "Jungle Book" en zijn "Pellucidar"-boeken werden geïnspireerd door Jules Vernes "Naar het middelpunt der aarde". Voor "The Land That Time Forgot" haalde hij zijn ideeën o.a. bij Arthur Conan Doyles "The Lost World". Steeds lukte het hem om die ideeën om te zetten in avontuurlijke, opwindende eigen verhalen. Zo ook "The Land That Time Forgot". Ja, dit werd bijna honderd jaar geleden geschreven en dat merk je. De taal is uiteraard niet modern, de "wetenschap" is achterhaald en het verhaal staat bol van de clichés en stereotypes: de boosaardige Duitsers, de hulpeloze "damsel-in-distress",... Dit was onvervalste pulp en destijds razend populair. Ik weet niet hoe "nieuwe" lezers zullen reageren op het werk van Burroughs, maar voor mij is dit pure nostalgie. Geweldig om te herlezen, dus.

Edgar Rice Burroughs: The Land That Time Forgot. New York, Ballentine Books, 1992
Oorspr. uitgave: 1918

vrijdag 11 september 2015

"Tunnel in the Sky" van Robert A. Heinlein

“I’m talking about the real King of the Beasts, the only animal that is always dangerous, even when not hungry. The two-legged brute… Man is the one animal that can’t be tamed."

Robert Heinlein was een zeer veelzijdig sciencefictionschrijver. Sommige van zijn beste werken worden onder de 'juveniles' gerekend - tegenwoordig zouden we dat YA noemen. Concreet betekent dat gewoon dat de verhalen wat minder complex zijn, dat de hoofdpersonages vooral jong-volwassenen zijn en dat er minder seks en politiek in voorkomt dan in zijn 'volwassen' romans. "Tunnel in de Sky" is één van die 'juveniles'.

Het onderwijs in de toekomst wordt heel ernstig genomen: praten over een onderwerp is niet voldoende - je leert pas iets als je het aan den lijve ondervindt. Studenten die de cursus "Survival" volgen, mogen hun eindexamen dan ook letterlijk nemen: ze worden naar een geheime en gevaarlijke locatie gestuurd, waar ze tien dagen in barre omstandigheden en omringd door gevaarlijke fauna moeten zien te overleven - en lang niet iedereen keert levend weer.

Rod Walker is één van de studenten van Patrick Henry High School die via een ruimtetunnel naar een afgelegen planeet worden gezonden. Gesterkt door zijn uitstekende opleiding en geholpen door een aantal medestudenten, weet hij de tien dagen moeiteloos te overleven. Maar er blijkt iets te zijn foutgelopen. De studenten worden niet terug opgehaald en wanneer de tijd verstrijkt, lijkt het erop dat ze de rest van hun leven hier zullen moeten doorbrengen. Ze moeten nu een nieuw leven opbouwen, te midden van de vele gevaren: het helse klimaat, de mysterieuze en dodelijke 'stobor' - en elkaar.

Het uitgangspunt van deze roman doet sterk denken aan "Lord of the Flies" - geïsoleerd van de rest van de wereld, komt de ware aard van de jongeren naar boven. Maar waar Golding zijn personages laat degenereren tot een groepje wildemannen, laat Heinlein een heel wat positiever beeld van 'de mens' zien - zijn personages zijn wel in staat om een goed functionerende samenleving te creëren, hoewel dat ook lang niet zonder slag of stoot gaat. Of "Tunnel in the Sky" een rechtstreekse reactie is op Goldings klassieker, weet ik niet (de roman verscheen in 1955, een jaar na "Lord of the Flies"), maar het lijkt me wel waarschijnlijk. Enkele scènes aan het eind van het boek zouden zo als parodie op Goldings verwilderde jongens gezien kunnen worden.

Robert A. Heinlein: Tunnel in the Sky. New York, Del Rey, 1977, 214 p.
Oorspr. uitgave: 1955

zaterdag 5 september 2015

"The Man Who Sold the Moon" van Robert A. Heinlein

(Ned.: "De man die de maan verkocht")

"The chart gives 1978 as the date for the first rocket to the moon; I will give anyone odds that 1978 is the wrong date, but I will not bet that it will not happen sooner." (Robert Heinlein, 1949)

Robert Heinlein was dan misschien niet de beste, maar zeker één van de belangrijkste sciencefictionauteurs ooit. In een tijd dat SF-verhalen nog meestal bestonden uit avontuurlijke verhalen waarin zap-geweren efficiënt gebruikt werden tegen boosaardige buitenaardse wezens, kwam Heinlein -ongeveer gelijktijdig met schrijvers als Asimov en Clarke- op de proppen met verhalen waarin  de wetenschap realistischer werd en technologie een grotere rol ging spelen in de verhaalplots. Ook de mens achter al die technologische vooruitgang werd belangrijker.

Zo creëerde Heinlein een eigen, plausibele 'future history' (ook wel de 'Heinlein Timeline' genoemd): een tabel waarin hij een 'geschiedenis van de toekomst" uittekende op technologisch en sociologisch gebied. Heel wat van zijn verhalen gepubliceerd tussen 1939 en 1950 pasten netjes in dit geschiedenisoverzicht.

In de bundel "The Man Who Sold the Moon" worden de vroegste verhalen die in deze Future History thuishoren, gebundeld. Ze beschrijven de 'toekomst' tot ongeveer het jaar 2000 (tja, in die tijd was dat natuurlijk nog toekomstmuziek). In veel van de verhalen wordt vooral veel gepraat. De wetenschap evolueerde in die tijd zo snel, en dat gaf auteurs als Heinlein ongekende mogelijkheden om te speculeren. Hij liet zijn personages daar honderduit over vertellen. Die technologie mag nu dan wel achterhaald zijn, maar als je je kunt verplaatsen in de mens van de eerste helft van de vorige eeuw, herken je in die verhalen wel dat geweldige gevoel van optimisme over wat de toekomst te bieden heeft.

In het centrale verhaal in dit boek, de novelle "The Man Who Sold the Moon", verschijnt D.D. Harriman, die al sinds hij een kind was droomt om naar de maan te reizen. Heel zijn leven probeert hij alles in het werk te stellen om dat te verwezenlijken. Hij wordt een meedogenloze zakenman, die voor niets terugdeinst om zijn doel te bereiken. Grappig om te zien hoe Heinlein in dit verhaal uit 1949 zowel de eerste maanlanding al commerciële ruimtereizen voorspelde. In "Requiem" zien we Harriman terug als oude man, nog steeds dromend van die ruimtereis. Een ontroerend slot van een opmerkelijk boek.

Heinlein was één van de auteurs die mij in mijn jeugd SF leerde waarderen. Hoewel niet al zijn  boeken nog steeds de moeite waard zijn, blijf ik hem graag lezen.

Robert A. Heinlein: The Man Who Sold the Moon. London, NEL, 1981
Oorspr. uitgave: 1950

woensdag 2 september 2015

"Amok - Koning van Kongo" van Bernard L. Ross (Ken Follet)

(Oorspr. titel: "Amok - King of Legend")

"Toen zagen zij Amok. Hij zat hoog in de ophangingskabels van de brug, waar hij zich met twee voeten en één hand vasthield. In zijn andere hand hield hij Purity."

Zoöloog Harry Kaminsky is met een filmploeg in Afrika om een documentaire over olifanten op te nemen. Daar horen ze de inboorlingen spreken over de legendarische "Amok" - een gigantische godheid die in staat is om met één slag de ruggengraat van een olifant te breken. Geïntrigeerd door de verhalen, volgen ze het spoor van Amok, die een gigantische aap blijkt te zijn. Maar dan worden ze gevangengenomen door een groep pygmeeën, die de knappe regieassistente Purity offeren aan hun godheid Amok. Harry en zijn team moeten nu de jungle in om Purity uit de klauwen van de aap te halen. En ze zien meteen een mogelijkheid om het monster te vangen en het naar San Francisco te brengen om het daar aan het publiek te tonen.

Als deze samenvatting en de omslagillustratie je zouden doen vermoeden dat er meer dan een toevallige gelijkenis bestaat met het verhaal van die andere gigantische aap, heb je overvloed van gelijk. Een korte historiek.

In 1976 bracht John Guillermin zijn veelbesproken remake uit van "King Kong". Alle uitgeverijen zaten dan ook te azen op de publicatierechten van de oorspronkelijke roman van Edgar Wallace. Uitgeverij Futura viste achter het net en besloot dan maar om een jonge, beginnende auteur te vragen om een eigen roman te schrijven 'over een reusachtige aap'. Die auteur was niemand minder dan de toen nog onbekende Ken Follet en het resultaat was deze "Amok - King of Legend", dat gepubliceerd werd onder Follets pseudoniem Bernard L. Ross.

OK, het verhaal wijkt hier en daar wel een beetje af van "King Kong". Zo is er meer aandacht voor het ontstaan van het monster, is de aap geen gorilla, maar een gigantische slingeraap (wat dat betreft is de omslag nogal misleidend), en worden de avonturiers niet geconfronteerd met dinosaurussen, maar met reusachtige nijlpaarden, giraffen en leeuwen. Maar het blijft toch heel erg naar een zwaar geval van plagiaat ruiken.

Ik kan me voorstellen dat Ken Follet niet bepaald trots is op dit hackwerk. Bijster goed geschreven is het ook al niet. Maar gezien al het moois dat de auteur later heeft geproduceerd, denk ik dat we hem dit misbakseltje wel zullen kunnen vergeven.

Bernard L. Ross: Amok - Koning van Kongo. Rotterdam, Ridderhof, 1977, 232 blz.