"Dit is het onschatbaar bezit dat ik nooit veroveren zal: moed. De meest elementaire, mannelijke moed, niet leidend tot heldendaden (...), maar tot het standhouden voor moeilijkheden waarbij de principes van eerlijkheid en goedheid op het spel staan."
Markus Trafman is een student van bescheiden afkomst. Wanneer hij Monique leert kennen -de dochter van een senator- ziet hij een nieuwe toekomst. Hoewel hij haar heel genegen is, voelt hij geen liefde, maar hij ziet in haar wel een middel om zich op te werken en hij verlooft zich met haar. Maar dan leert hij Anna kennen en ervaart wat echte liefde is. Ook met haar begint hij een relatie. Wanneer zijn dubbelleven niet langer vol te houden is, moet hij een keuze maken.
Markus Trafman is geen sympathiek hoofdpersonage. Hij is zich daar zelf ook bewust van. Al de andere personages omschrijft hij met veel waardering; voor zichzelf heeft hij heel wat minder respect: "Ik ben een man van omwegen, gemakkelijke oplossingen, eigenbelang." Maar steeds houdt hij zichzelf voor: 'Ik ben jong. Ik profiteer', zonder zich vragen te stellen bij de consequenties van zijn levensstijl. Tot hij op een wel heel harde manier geconfronteerd wordt met de tragische gevolgen zijn keuzes.
Geen grootse filosofische vraagstukken, maar herkenbare, universele gevoelens. De situatie en het taalgebruik doen wat oubollig aan (het boek dateert dan ook al van 1964), wat moderne lezers misschien kan afschrikken, maar voor mij blijft Clem Schouwenaars een onterecht wat vergeten auteur.
Clem Schouwenaars: De zeven nachten. Schoten, Hadewijch, 1988, 110 blz.
Oorspr. uitgave: 1964
Geen opmerkingen:
Een reactie posten