(Ned.:
“De winterkoning”)
“The
horn sounded a third time, and suddenly I knew I would live, and I was weeping
for joy, (…). For Arthur, at last, had come.”
Ik ben al lang gefascineerd door Koning Arthur
en ik vind het dan zelf ook verwonderlijk dat ik nog nooit een van de vele
boeken over deze legendarische figuur heb gelezen. Films en tv-series genoeg,
maar de boeken heb ik om een of andere reden steeds links laten liggen. Tot nu
dus. “The Winter King” van Bernard Cornwell, het eerste deel van zijn “Warlord
Chronicles”-trilogie, moest eraan geloven.
Bernard Cornwell probeert los te komen van de
mythologie rond Arthur en een beeld te geven van wat er echt gebeurd zou kunnen
zijn. ‘Zou’, want Cornwell geeft in zijn nawoord toe dat er bijzonder weinig
geweten is over deze periode van de geschiedenis, de vroege zesde eeuw, toen de
Romeinen Brittanië net verlaten hadden.
Arthur is in deze versie geen koning. Als
bastaardzoon van de Hoge Koning Uther kan hij geen aanspraak maken op de troon
en hij wordt zelfs door Uther verbannen naar Armorica (= Bretagne). Maar
wanneer de koning sterft is zijn erfgenaam, zijn kreupele kleinzoon Mordred,
nog slechts een baby. Arthur wordt aangeduid als een van de beschermers van
Mordred én van de kroon.
Arthurs grootste wens is om Brittannië te
verenigen om zo de Saksische invasie te kunnen stoppen. Hij heeft hier alles
voor over, maar het is precies zijn onverwachte keuze om met de mysterieuze
Guinevere te huwen, die de verdeeldheid nog aanwakkert. Brittanië vervalt in een
nog grotere chaos.
De verteller in deze versie is de monnik
Derfel Cadarn. Geboren als slavenkind werd hij onder de hoede genomen van
Merlin en hij groeide op in de bizarre huishouding van de druïde, temidden van
misvormde wezen en vreemde creaturen. Later zal hij een van de vertrouwelingen
van Arthur worden.
De ‘bekende’ personages zijn heel anders dan
we ze kennen uit de legendes. Arthur is zoals gezegd geen koning, maar een
krijgsheer. Een charismatisch personage, met een grote
verantwoordelijkheidszin, die voortdurend op zijn ene grote zwakheid botst:
zijn fascinatie voor Guinevere. Merlin is een druïde, wiens enige bekommernis
is om de Oude Goden te herstellen. Zijn trouw aan Arthur wordt dan ook
regelmatig in vraag gesteld. Hoewel Merlin wordt ontdaan van zijn ‘magie’
(alles krijgt hier een realistische verklaring) is hij een larger-than-life personage, dat meteen alle aandacht opeist. De
grootste verrassing is waarschijnlijk de figuur van Lancelot, die in deze roman
wordt voorgesteld als een ijdele, leugenachtige lafaard.
“The Winter King” is een schitterende roman,
volgestouwd met intriges, bloederige actie, een vleugje horror (de scènes op
het “Eiland van de Doden” zijn onvergetelijk) en romantiek. De sfeerschepping
is geweldig, de personages staan als een huis. Dit boek smeekt gewoon om een
verfilming. Die zou helemaal niet misstaan naast populaire series als “Game of
Thrones” en “Vikings”.
Mijn recensie van het tweede deel: Enemy of God
en van het derde deel: Excalibur
Mijn recensie van het tweede deel: Enemy of God
en van het derde deel: Excalibur
Bernard
Cornwell: The Winter King. London, Penguin, 2011, 495 p.
Oorspr.
uitgave: 1995
Geen opmerkingen:
Een reactie posten