(Ned.: “De
jongen in de gestreepte pyjama”)
"Those people... well, they're not people at all, Bruno."
Bruno is 9
en hij heeft het volgens hem helemaal gemaakt. Samen met zijn ouders en zijn
zus (die wel een ‘hopeloos geval’ is) leeft hij een onbezorgd leventje in
Berlijn, in een groot huis (met 5 verdiepingen!). Hij heeft maar liefst drie
vrienden-voor-het-leven. Wat meer kun je wensen? Maar dan krijgt zijn vader van
de ‘Fury’ een nieuwe job aangeboden in ‘Out-With’ en moet het gezin verhuizen. Weg
van de grote stad, waar er altijd wel iemand was om mee te praten of te spelen,
naar het ‘platteland’. Uit het raam van zijn nieuwe kamer ziet hij echter geen
koeien, varkens, schapen en paarden, zoals hij verwacht had, maar mensen.
Honderden, duizenden mensen die achter hoge hekken en prikkeldraad wonen en die
allemaal dezelfde kleren dragen. Bruno raakt geobsedeerd door die ‘andere
wereld’ vlak naast hun huis en de mensen en kinderen die daar leven. Hij sluit
vriendschap met één van hen: Shmuel, de jongen in de gestreepte pyjama.
Na de
aanstelling van zijn vader als kampcommandant in Auschwitz, verandert het
onbezorgde leventje van Bruno volledig. We volgen het verhaal vanuit zijn
perspectief. Met kinderlijke onschuld beschrijft hij de gebeurtenissen om zich
heen, die hij niet kan begrijpen. Als lezer beseffen wij echter maar al te goed
wat er aan de hand is - de onbeschrijflijke gruwel zit juist in wat er NIET
verteld wordt. Het is precies de tegenstelling tussen de aandoenlijke onwetendheid
van Bruno en de harde realiteit die wij kennen, die deze roman zo bijzonder
maakt.
Dit is het
derde boek van John Boyne dat ik lees (na “The Congress of Rough Riders” en
“This Hause is Haunted”). Drie totaal verschillende boeken, waarvan dit veruit
het beste is. Als je na het schokkende en hartverscheurende slot niet op z'n minst een serieuze krop in de keel krijgt, weet ik het ook niet meer …
John Boyne: The Boy in the Striped Pyjamas.
London, Black Swan, 2007.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten