“Dit is zomaar een verhaal uit mijn jeugd waarin mijn
moeder een eigenaardige rol speelt. Ik kan meer van zulke verhalen vertellen,
en zal dat ook doen.”
Het zal wel niet
gemakkelijk geweest zijn voor een auteur die graag autobiografische gegevens in
zijn boeken verwerkt, om niet over zijn moeder te kunnen schrijven – zeker nu
je beseft wat een kleurrijk karakter ze was. Maar het heeft geduurd tot na haar
overlijden vooraleer Maarten 't Hart uiteindelijk toch over haar schreef. Zij had dat ook
zo gevraagd, en nadat je het boek gelezen hebt, kun je als lezer wel begrijpen
waarom. Haar achterdochtige natuur zou het niet aangekund hebben om te leven
met de wetenschap dat haar leven op de grote massa werd losgelaten. Maar na
haar dood – zo vertelde ze hem – mocht hij schrijven wat hij wou. Zo geschiedde
dan ook en kort na haar overlijden (ze stierf in 2012) ligt nu Maarten ’t Harts
boek “Magdalena” in de winkel, genoemd naar zijn moeder.
Toch is “Magdalena”
geen biografie van zijn moeder geworden. Het is eerder een memoire waarin de
relatie van de auteur met zijn moeder centraal staat. ’t Hart schrijft met
liefde en respect over haar, maar het is wel duidelijk dat er twee aspecten
waren die een bijzonder grote invloed hadden op hun relatie: haar totaal
ongegronde achterdocht tegenover ’t Harts vader (ze was er van overtuigd dat
hij voortdurend iets had met ‘mokkels’ – iets wat zijn vader kapot maakte), en
haar zeer strikte geloofsovertuiging, waarvan ’t Hart al op zeer jonge leeftijd
afstand nam.
Het boek is
overwegend luchtig geschreven. Het is bij momenten zelfs heel grappig. Zo is
het hoofdstuk waarin de jonge Maarten argumenten en berekeningen bij elkaar
sprokkelt om aan te tonen dat het Bijbels verhaal over de ark van Noach nooit
echt gebeurd kan zijn, bijzonder geestig. Maar de uiteenzetting is wel 15
bladzijden lang en je kunt je afvragen wat hij hiermee wil bereiken. Het lijkt
wel alsof hij probeert om zijn moeder alsnog te overtuigen van haar ongelijk. Het
valt trouwens op hoe mild ’t Hart is voor zijn moeder en hoe scherp en bitsig
hij haar geloof aanvalt. Ook de verhalen over haar paranoia zijn grappig, maar
smaken wel bitter als je de gevolgen ervan kent. ’t Hart mijmert dan ook
bladzijdenlang over wat had kunnen zijn als ze niet deze ‘onhebbelijkheden’ had
gehad.
Ik heb het boek heel
graag gelezen, maar kan me niet van de indruk ontdoen dat hij iets te veel in
herhaling valt, vooral dan wat betreft de twee hierboven genoemde aspecten. Het
lijkt wel alsof ’t Hart al die jaren gewacht heeft om over zijn moeder te
schrijven, om dan te ontdekken dat er wat te weinig stof was om een heel boek
te vullen. Of je kan het natuurlijk zo interpreteren dat die twee aspecten zo
overheersend waren in hun relatie, dat al de rest naar de achtergrond werd
verdrukt. Wellicht leest het boek dan ook best als een aanvulling op zijn
andere autobiografische boeken, maar daar kan ik dus niet over oordelen,
aangezien ik ze (nog) niet gelezen heb.
Maarten ’t Hart: Magdalena. Amsterdam/Antwerpen,
Arbeiderspers, 2015, 250 blz.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten