“Everything
is quiet again. I may have been mistaken, of course. It may not have been Naomi
I heard. There are others.”
Vroeger las ik heel veel horror. Tegenwoordig
is dat een pak minder. Misschien treedt er gewenning op, waardoor horrorverhalen
niet meer zo’n effect hebben als in het verleden. En griezelverhalen die niet angstaanjagend
zijn, daar heb je niet veel aan. Spookverhalen durven het hem wel nog eens doen
bij mij en Jonathan Aycliffe heeft mij al een paar keer positief weten te
verrassen.
Charles heeft het helemaal gemaakt – hij heeft
net een grote promotie gemaakt in de academische wereld. Hij is getrouwd met
een geweldige vrouw, Laura; ze hebben een prachtig dochtertje, Naomi, en ze wonen
in een schitterend oud huis. Wat meer kan een mens wensen? Tijdens de
eindejaarsperiode neemt Charles Naomi mee naar Londen om kerstinkopen te
doen. Even, heel even maar, verliest hij zijn dochtertje uit het oog… en ze is
verdwenen. Enkele dagen later wordt haar lichaam teruggevonden… vreselijk
toegetakeld. Van de moordenaar is geen spoor.
De pers springt op het voorval en op een dag
wordt Charles gecontacteerd door een fotograaf die hem enkele bijzondere recente foto’s
van het huis van Charles en Laura toont. Daarop staan mensen in oude kledij –
een onbekende vrouw die uit het zolderraam kijkt, kinderen die in de tuin aan
het spelen zijn,…. Maar de fotograaf zweert dat die personen in realiteit daar
helemaal niet waren. Charles is sceptisch, tot de man hem een foto toont waarop
ook Naomi staat, lang nadat ze vermoord werd. Charles beseft dat er inderdaad geesten schuilen in
hun huis, en Naomi is onder hen.
Wanneer Charles en Laura ook nog vreemde
voetstappen op zolder en schreeuwende kinderen horen, gruwelijke dromen krijgen en
de sfeer alsmaar kouder en dreigender wordt, wordt duidelijk dat er in het huis
vreselijke dingen zijn gebeurd, en dat een kwaadaardige geest zich steeds meer
begint te manifesteren.
Ieder zinnig persoon zou zijn boeltje pakken
en heel hard weglopen, maar Charles en Laura besluiten te blijven… ze kunnen
Naomi toch niet alleen achterlaten tussen de boze geesten!
Jonathan Aycliffe (die onder de naam Daniel
Easterman ook thrillers schrijft) heeft het genre helemaal onder de knie:
sfeerschepping, langzame opbouw van het mysterie, gedoseerde dosissen gruwel en
een bevredigende climax. In “Naomi’s Room” herken ik gelijkenissen met o.a.
Susan Hills “The Woman in Black” en “Hell House” van Richard Matheson (en met een
hele hoop klassieke spookverhalen, uiteraard). Origineel is het allemaal niet,
maar als een auteur mij bij momenten nog de stuipen op het lijf kan jagen, ben
ik helemaal gelukkig!
Jonathan
Aycliffe: Naomi’s Room. London, Corsair, 2013, 216 p.
Oorspr.
uitgave: 1991
Geen opmerkingen:
Een reactie posten