zaterdag 28 november 2015

"Revival" van Stephen King

“This is how we bring about our own damnation, you know - by ignoring the voice that begs us to stop. To stop while there's still time.”

Sommige verhalen starten in volle actie - je zit dan als lezer van bij het begin in een sneltrein, die je niet meer kan verlaten vooraleer het verhaal ten einde is. Andere zijn helemaal anders - de personages staan daar centraal en het verhaal wordt soms tergend traag opgebouwd, om dan tot een geweldige climax te komen. Ik kan beide soorten appreciëren en een auteur als Stephen King is ook in beide een meester. Zijn "Revival" behoort tot het laatste type, zodanig zelfs dat je als lezer zelfs het gevoel hebt dat je tegen het einde een totaal ander boek aan het lezen bent dan in het begin. King is echter vaardig genoeg om dit in een samenhangend geheel te verpakken.

Als kleine jongen leert Jamie Morton dominee Charles Jacobs kennen. Van in het begin wordt hij gefascineerd door de man en zijn ideeën. Maar nadat hij op een gruwelijke wijze zijn vrouw en zoon verliest, verandert Jacobs. Een obsessie maakt zich van hem meester, die ook anderen aansteekt. Jamie Morton zal in de loop van zijn leven meermaals het pad kruisen met Jacobs en de dubbelzinnige gevoelens die hij voor hem heeft -respect voor de man die hij was en afschuw voor waar hij zich nu mee bezig houdt- vormen de basis voor deze roman.

Voor het grootste deel van het boek, heb je als lezer helemaal niet de indruk dat je een horrorroman zit te lezen. We krijgen het levensverhaal van Jaimie Morton voorgeschoteld; van de kleine jongen die met verwondering naar de wereld kijkt, tot de muzikant, wiens verslaving hem ei-zo-na het leven kost en die 'gered' wordt door Charles Jacobs. Slechts af en toe geeft King kleine suggesties dat er meer staat te gebeuren, soms enkel door te verwijzen naar andere verhalen. Het zullen waarschijnlijk dan ook enkel 'ervaren' lezers zijn die deze hints zullen oppikken. We zijn al een stuk voorbij de helft wanneer de toon verandert - de focus ligt nu op de obsessie van Jacobs; zijn streven om de krachten van elektriciteit te beheersen om zo het Leven te kunnen controleren. De link met Mary Shelly's "Frankenstein" is duidelijk. Het einde is dan weer onvervalst Lovecraftiaans, en als je "The Great God Pan" van Arthur Machen kent (dat ik, niet toevallig, net voor "Revival" gelezen heb - zie mijn recensie), zal de impact des te groter zijn.

Voor mij kan "Revival" stante pede in de lijst van Kings meesterwerken worden bijgevoegd, hoewel het voor de grote massa misschien iets minder toegankelijk is dan bijvoorbeeld een "The Shining" of "Carrie". Grootse horrorliteratuur, die zoveel meer is dan de goedkope schrikeffecten waarvan zovele andere genreauteurs zich bedienen.

Stephen King: Revival. London, Hodder, 2015, 372 p.
Oorspr. uitgave: 2014

"The Great God Pan" van Arthur Machen

"All these things are but dreams and shadows. There is a real world, as beyond a veil. It may be strange, but it is true, and the ancients knew what lifting the veil means. They called it seeing the great god Pan."

Het was niemand minder dan Stephen King die dit boekje onder mijn aandacht bracht. Zijn boek "Revival" draagt hij namelijk op aan een hele reeks horrorauteurs die hem hebben beïnvloed, met een bijzondere opdracht

"(...)  And ARTHUR MACHEN, whose short novel "The Great God Pan" has haunted me all my life."

Dokter Raymond is ervan overtuigd dat er achter de dunne sluier van onze wereld een andere wereld schuilt. Hij experimenteert op de jonge Mary om een blik achter die sluier te werpen. Die verborgen wereld blijkt zo angstaanjagend te zijn, dat iedereen die haar aanschouwt, sterft van pure angst, zelfmoord pleegt, of krankzinnig wordt.

Machen beschrijft nergens de horror op zich, maar laat zijn personages vertellen wat ze gezien of vernomen hebben. Dit schept een zekere afstand, die het mysterie enkel maar vergroot. Het zijn niet de gruwelijke gebeurtenissen zelf die angst aanjagen, maar de suggestie van de gruwel, die ieder van ons te wachten staat. Het is een techniek die bekend zal zijn bij lezers van de grote H.P. Lovecraft, die ook nooit onder stoelen of banken heeft gestoken dat hij erg beïnvloed was door Machen.

Het verhaal is meer dan honderd jaar oud en gratis op het internet te vinden, zowel in tekst- als in audioversie. Het voelt voor de moderne lezer wellicht een beetje gedateerd aan, maar dat 'creepy' sfeertje dat gecreëerd wordt, blijft echt wel hangen. Interessant ook om te zien waar auteurs als Lovecraft, King en bijvoorbeeld ook een Clive Barker de mosterd hebben gehaald.

Arthur Machen: The Great God Pan. Wildside Press, 2005, 82 p.
Oorspr. uitgave: 1894

zaterdag 21 november 2015

"The Inimitable Jeeves" van P.G. Wodehouse

“'- Good Lord, Jeeves! Is there anything you don’t know?’ 
- 'I couldn’t say, sir.'”

Ik hou van afwisseling in mijn lectuur. Het gebeurt dan ook zelden dat ik twee boeken van eenzelfde genre achter elkaar lees, laat staan van dezelfde auteur. Na een thriller, een fantasyroman en non-fictie over archeologie, vond ik dat het tijd was om nog eens iets komisch te lezen. Eentje van een van de grootmeesters: P.G. Wodehouse.

"The Inimitable Jeeves" vertelt de lotgevallen van Bertie Wooster, een jongeman uit de Britse hogere klasse, en zijn butler Jeeves. Het is eigenlijk geen roman, maar een verzameling van losjes aan elkaar gelinkte kortverhalen. Als er al een rode draad is, is dat Berties ontzagwekkende tante Agatha, die hem tegen wil en dank probeert te koppelen aan wat voor haar aanvaardbare jongedames zijn. Gelukkig is daar steeds Jeeves, die voor elk probleem een pasklare oplossing lijkt te hebben.

"The Inimitable Jeeves" is het eerste in een lange reeks boeken over het onnavolgbare tweetal, hoewel het niet de oudste verhalen bevat. Een mooi staaltje van typisch Britse humor, die mij geweldig goed ligt. Bijzonder geestig en, hoewel de verhalen al bijna een eeuw oud zijn, zeer vlot leesbaar. Een pareltje.

P.G. Wodehouse: The Inimitable Jeeves. London, Arrow, 2008, 253 p.
Oorspr. uitgave: 1923

dinsdag 10 november 2015

"Trifla" van Sterre Carron


"Ze had veel zin om het uit te schreeuwen. Maar haar schreeuw werd onderdrukt. Immers, ze had zoveel schreeuwen vanbinnen."

Als je thrillerschrijfster Sterre Carron mag geloven, loopt het in en rond Mechelen vol met moordzuchtige psychopaten. Tot hiertoe hadden die het vooral gemunt op vrouwen en kinderen, maar hoe lang kan het duren vooraleer de auteur haar duivels loslaat op anderen? Al te kritische recensenten, om maar wat te noemen.

In "Trifla" verdwijnen enkele vrouwen spoorloos. Voor de lezer wordt het snel duidelijk dat ze ontvoerd werden door weer een van die psychopaten, maar hoofdinspecteur en kersverse moeder Rani Diaz en haar team staan voor een raadsel. Zij moeten zien uit te vissen wat de verdwijningen met elkaar te maken hebben en wie ervoor verantwoordelijk is. Juist, dat klinkt allemaal heel herkenbaar, maar originaliteit moet je in dit soort thrillers dan ook niet zoeken. Het is aan de auteur om deze herkenbare elementen zo te gebruiken dat de lezer geboeid blijft lezen, dat hij om de personages kan geven en met hen kan meeleven. Dan pas kan er echte spanning zijn. En dat lukt Sterre Carron met verve.

"Trifla" is alweer het vierde boek rond Rani Diaz en met deze roman neemt Carron nog maar eens een flinke sprong vooruit vergeleken met haar eerste drieluik. De taal is iets rijker, de personages meer uitgewerkt... Dat alles brengt met zich mee dat "Trifla" wat meer diepgang heeft dan de voorgangers, zonder dat het daarbij aan leesbaarheid moet inboeten. Het verhaal is spannend, schokkend zelfs. Niet enkel door de grafische beschrijvingen van de gruwelen die de slachtoffers moeten ondergaan, maar ook door ... Neen, ik ga niet te veel vertellen. Het volstaat om te zeggen dat Rani Diaz, na alle persoonlijke ellende die ze in de voorgaande boeken moest doorstaan, ook nu weer niet bepaald gespaard blijft.

Wie mijn recensies van Sterre Carrons vorige werken heeft gelezen, weet dat ik mijn bedenkingen had bij haar soms wat vreemde woordkeuze en dat, wat spelling betreft, vooral de komma's een eigen leventje leken te leiden. Ik ben blij om te melden dat ik na het lezen van "Trifla" weinig klachten heb over dat taalgebruik en dat de komma's hier uitstekend hun werk doen. Ook hier een stap voorwaarts, dus.

Aanrader voor wie houdt van vlotte, spannende thrillers zonder al te veel pretentie.

Sterre Carron: Trifla. Witsand, 2015, 354 blz.


zondag 8 november 2015

"The Name of the Wind" van Patrick Rothfuss

(Ned.: "De naam van de wind")

“Do not mistake me for my mask. You see light dappling on the water and forget the deep, cold dark beneath.”

Er bestaan nogal wat clichés in de fantasyliteratuur. Ook "The Name of the Wind", het debuut van Patrick Rothfuss, ontsnapt daar niet aan. Een openingsscène in een herberg. Check. Het hoofdpersonage is een wees. Check. De jongeman blijkt over uitzonderlijke talenten te beschikken. Check. Hij gaat in de leer bij een leermeester. Check. De held-in-wording heeft steeds goede bedoelingen, maar wordt misbegrepen en komt daardoor steeds in de problemen. Check ... Zo kan ik nog wel even doorgaan. Die clichés zijn net wat ik niet zoek in fantasy. En toch greep dit boek mij van in het begin bij mijn nekvel.

Aan het begin van het verhaal ontmoeten we Kote, eigenaar van de herberg 'The Waystone Inn'. Niemand vermoedt dat deze goedmoedige, onopvallende man in werkelijkheid de legendarische held Kvothe is. Wanneer op een dag een kroniekschrijver de herberg betreedt, besluit Kvothe om zijn levensverhaal te laten optekenen ...

Kvothe groeit op in een reizend gezelschap van muzikanten en acteurs. Maar op een kwade dag wordt de volledige groep afgeslacht door de mythische Chandrian. Kvothe blijft alleen over. Jarenlang overleeft hij als bedelaar, alvorens hij de 'Universiteit' bereikt, waar hij hoopt meer te weten te komen over de Chandrian, en tegelijkertijd een opleiding te krijgen tot alchemist en magiër. Maar dat alles gaat natuurlijk niet zonder de nodige hindernissen.

Schitterend boek! Heel meeslepend geschreven, in een prachtige taal. De spanning wordt soms tergend traag opgebouwd - de klemtoon ligt op het uitwerken van (vooral) het hoofdpersonage. Rothfuss neemt er zijn tijd voor en als lezer moet je dat ook doen. Het is vooral de verwachting aan wat komen gaat, die de lezer aan de bladzijden gekluisterd houdt. Het blijft dus afwachten of delen 2 en 3 die verwachtingen zullen inlossen.

Toch een waarschuwing voor mensen die vooral houden van epische fantasy, met grootse veldslagen, flitsende actie en hordes afgrijselijke creaturen ... Dit alles zul je nauwelijks vinden in dit boek. Er gebeurt eigenlijk niet echt veel in dit verhaal. Kvothes jonge jaren doen meer aan Dickens denken dan aan een Lord of the Rings. Zijn verblijf op de Universiteit leest als een Harry-Potter-voor-volwassenen; mét de intriges, maar zonder de grootse avonturen. Het is pas tegen het einde dat stilaan het avontuurlijke karakter van het boek bovenkomt. "The Name of the Wind" telt bijna 700 bladzijden, maar aan het eind heb je het gevoel dat je enkel een inleiding hebt gelezen op een groots avontuur. En dat zou dan moeten volgen in deel 2: "The Wise Man's Fear". Ik ben benieuwd.

Patrick Rothfuss: The Name of the Wind. London, Gollancz, 2008, 662 p.
Oorspr. uitgave: 2007