“I know
that some of you reading this are convinced humans are a myth, but I am here to
state that they do actually exist.”
Andrew Martin is een briljante wiskundige, die
net een zeer belangrijke ontdekking heeft gedaan, die de mensheid wel eens in
een nieuw stadium van vooruitgang zou kunnen brengen. Een buitenaards ras van
de planeet Vonnadoria ziet dat niet zitten en stuurt een gezant naar de aarde.
Zijn missie: alle sporen van de ontdekking van Martin uitwissen – en dat betekent
ook dat iedereen die ervan op de hoogte is uit de weg moet worden geruimd.
De gezant verschijnt op aarde in het lichaam
van Andrew – in zijn blootje. Hij begrijpt namelijk niet waarom mensen kleren
dragen. Tijdens zijn vlucht voor de politie wordt al snel één functie van
kledij duidelijk: “(…) running without
clothes is not entirely compatible with external testicles.”
De gezant neemt de plaats in van Martin en
maakt zo kennis met vrouw Isobel en zoon Gulliver, en met een hele reeks andere
exemplaren van dat bevreemdende ras dat zich ‘mens’ noemt. De hond Newton
begrijpt hij nog het best.
De roman begint bijzonder grappig. Het boek is
volgepropt met rake observaties van ‘de mens’. Wat voor ons vanzelfsprekend
lijkt, is voor een buitenstaander totaal onbegrijpelijk. ‘Andrew’ is vol met
verwondering en afschuw – dit is wel veruit het vreemdste en meest afstotelijke
ras dat hij ooit ontmoet heeft.
Maar hoe langer hij zich tussen de mensen
bevindt, hoe moeilijker hij het krijgt om zijn missie vervullen. Stilaan begint
hij de mensheid te waarderen, te genieten van kleine dingen als een kopje thee
of een boterham met pindakaas, van de aanrakingen van zijn vrouw en de
gesprekjes met zijn zoon. Voor het eerst in zijn leven voelt hij emoties, en
begrijpt hij wat liefde is.
Een heel grappig boek, met een ernstige
boodschap over de zelfgenoegzaamheid, het egoïsme en de gewelddadige natuur van
de mensheid, maar ook over wat de mens nog allemaal in petto heeft: moed,
zelfopoffering en liefde. Grappig en ontroerend. Sentimenteel? Ja, bij momenten
zeker wel. Mag het nog, ja?
Matt
Haig: The Humans. Edinburgh & London, Canongate, 2013, 294 p.